In het ruwe land van de Marken veranderen de hoge toppen van de Apennijnen, op weg naar de Adriatische kust, in een zee van groene heuvels. Dit is het domein van Terracruda, een wijnhuis waar hedendaagse kwaliteit hand in hand gaat met de zoektocht naar verloren gewaande tradities. Uitgestorven druivenrassen worden hier weer op de kaart gezet. Een nobel streven met vaak prachtige resultaten.
Een mooi voorbeeld is de (eerder beschreven) Incrocio Bruni 54 druif. Hiervan was, weggestopt in een laboratorium, nog welgeteld één stekje over. Nu staat de druif weer aangeplant en geeft ie aantrekkelijke wijn. Weliswaar met een weinig aanlokkelijke naam –ik denk eerder aan een schroef met afwijkende maatvoering dan aan een fijn glas– maar goed.
Minder kleinschalig, maar zeker niet alom bekend, is Vernaccia di Pergola. Een naam waar ik gelukkig wél direct dorst van krijg. De rode wijn die Terracruda er van maakt (Vettina) is er eentje met een duidelijk aromatische stijl. Vol verwijzingen naar rozen, viooltjes en bloesem. Smaken die maar zelden zó duidelijk naar voren komen in rode wijn.
Binnen mijn proefgroep waren de reacties op deze wijn vergelijkbaar met wat koriander op kruidengebied teweegbrengt. De meerderheid valt direct voor de uitgesproken afwijkende smaak, maar niet iedereen. De meningen bevatten weinig grijstinten, het is zwart of wit. Houden van of haten. Ik nestel mij in de voorhoede van de groep liefhebbers. Dit buitenbeentje doet mij weer beseffen hoe breed het smakenspectrum van rode wijn kan zijn. Waarvoor dank Terracruda.